Tabel 2: Realisatie en prognose per activiteit | ||||||||||||||||||
15 - Financiën | (incl. dotaties en onttrekkingen, bedragen x € 1.000) | |||||||||||||||||
Realisatie t/m | Actuele begroting | Prognose uitkomst | Prognose resultaat | |||||||||||||||
Activiteit omschrijving | Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | ||||||
1. Algemene uitkering | - | 416.064 | 416.064 | V | - | 1.296.129 | 1.296.129 | V | - | 1.288.376 | 1.288.376 | V | - | 7.750 | N | 7.750 | N | |
1. Trend en overige gemeentebrede reserveringen | 139.053 | 16.840 | 122.213 | N | 143.664 | 67.360 | 76.303 | N | 160.224 | 67.360 | 92.863 | N | 16.550 | N | - | 16.550 | N | |
1. Algemene reserves | 150 | - | 150 | N | 150 | - | 150 | N | 150 | 4.600 | 4.450 | V | 0 | 4.600 | V | 4.600 | V | |
2. Treasury | 24.636 | 151.520 | 126.884 | V | 30.740 | 195.822 | 165.082 | V | 29.460 | 202.576 | 173.116 | V | 1.300 | V | 6.750 | V | 8.050 | V |
2. Kapitaallasten m.b.t. voorgenomen investeringen | - | - | - | 9.703 | - | 9.703 | N | 9.703 | - | 9.703 | N | - | - | - | ||||
2. Projectfinanciering Treasury Bouwgrondexploitaties | 942 | 963 | 20 | V | 3.770 | 3.851 | 81 | V | 3.770 | 3.851 | 81 | V | - | - | - | |||
2. Projectfinanciering Treasury Volksgezondheid | 70 | 79 | 9 | V | 280 | 318 | 38 | V | 280 | 318 | 38 | V | - | - | - | |||
3. Erfpacht | 2.237 | 1.078 | 1.159 | N | 2.594 | 16.837 | 14.243 | V | 2.594 | 16.837 | 14.243 | V | - | - | - | |||
3. Erfpacht (Rente Fonds Canons Ineens) | 128 | - | 128 | N | 2.765 | - | 2.765 | N | 2.765 | 0 | 2.765 | N | - | - | - | |||
4. Onroerende zaakbelasting niet-woningen | 88 | 57.625 | 57.537 | V | 254 | 57.717 | 57.463 | V | 254 | 57.717 | 57.463 | V | - | - | - | |||
4. Onroerende zaakbelasting woningen | 1.366 | 33.964 | 32.599 | V | 4.650 | 34.412 | 29.761 | V | 4.650 | 34.412 | 29.761 | V | - | - | - | |||
4. Belastingen overig | 155 | 18.427 | 18.272 | V | 617 | 18.772 | 18.155 | V | 617 | 18.772 | 18.155 | V | - | - | - | |||
4. Toeristenbelasting | 43 | 52 | 8 | V | 119 | 10.899 | 10.780 | V | 119 | 10.899 | 10.780 | V | - | - | - | |||
4. Compensatieregeling startende ondernemers | 221 | - | 221 | N | 450 | - | 450 | N | 450 | - | 450 | N | - | - | - | |||
4. Kwijtschelding belastingen | 81 | - | 81 | N | 150 | - | 150 | N | 150 | - | 150 | N | - | - | - | |||
5. Reclame-opbrengsten | 42 | -4 | 46 | N | 142 | 2.934 | 2.792 | V | 142 | 2.934 | 2.792 | V | - | - | - | |||
5. Kosten accountant | 754 | -50 | 804 | N | 2.596 | 608 | 1.988 | N | 2.296 | 308 | 1.988 | N | 300 | V | 300 | N | - | |
5. Dienstverlening primair proces | -776 | 1.299 | 2.075 | V | 777 | 2.597 | 1.820 | V | 777 | 2.587 | 1.810 | V | - | - | - | |||
Totaal | 169.191 | 697.857 | 528.666 | V | 203.422 | 1.708.256 | 1.504.834 | V | 218.401 | 1.711.547 | 1.493.145 | V | 15.000 | N | 3.300 | V | 11.700 | N |
De gemelde prognoses van het resultaat zijn conform voorjaarsnota 2019 (RIS302463). Hier onder volgt een korte toelichting, in de voorjaarsnota wordt een uitgebreidere toelichting gegeven.
Lasten € 15,0 mln. N
Treasury € 1,3 mln. V
In 2018 en 2019 zijn twee langlopende leningen aangetrokken met een lager rentepercentage dan verwacht. Hierdoor is er een voordeel van € 1,3 mln.
Trend en overige gemeentebrede reserveringen € 16,6 mln. N
Voor de loon- en prijscompensatie is totaal € 16,6 mln. meer nodig dan verwacht:
a. De rijksbijdrage voor het sociaal domein is vanaf 2019 onderdeel van het Gemeentefonds. Deze inpassing heeft als gevolg dat het sociaal domein vanaf 2019 ook meeloopt in de bepaling van de benodigde reservering voor loon- en prijsontwikkelingen. Hiervoor is een extra reservering nodig van € 4,5 mln.
b. De verwachte loon- en prijs ontwikkeling komt in 2019 uit op een nadeel van € 12,1 mln. Dit is gebaseerd op een inschatting van de uitkomst van de Cao-onderhandelingen, ontwikkeling van de werkgeverslasten (o.a. pensioenpremies) en een lichte stijging van de prijzen.
Baten € 2,8 mln. V
Algemene uitkering € 7,7 mln. N
Dit nadeel is als volgt opgebouwd:
- € 10,0 mln. N Accres
- € 4,0 mln. V Sociaal domein WMO en Jeugdhulp
- € 1,7 mln. N Overig
Accres
Het Haagse coalitieakkoord en de Programmabegroting 2019 – 2022 zijn opgesteld kort na het verschijnen van het landelijke regeerakkoord. Het accres gemeentefonds dat volgde uit het regeerakkoord is daarom de financiële basis geweest van het Haagse coalitieakkoord. Dit vertrekpunt is toegelicht in het budgettaire kader 2018 dat op 16 april van dat jaar aan de gemeenteraad is aangeboden. Na het verschijnen van de Haagse programmabegroting 2019-2022, publiceerde het Rijk de septembercirculaire gemeentefonds. In deze circulaire stelde het Rijk de raming van het gemeentefonds naar beneden bij. In de decembercirculaire is de raming niet opnieuw bijgesteld. Daarnaast meldt het Rijk in recente budgettaire nota’s meevallers in de uitgaven, ofwel onderbestedingen bij het Rijk. Via de trap-op-trap-af-systematiek leidt dit tot een korting op het gemeentefonds. Deze korting wordt in 2019 verrekend. Als gevolg van genoemde ontwikkelingen wordt een lagere algemene uitkering verwacht van € 10,0 mln.
Sociaal domein WMO en Jeugdhulp
Met ingang van 2019 zijn de gedecentraliseerde taken voor WMO en Jeugdhulp aan de algemene uitkering van het gemeentefonds toegevoegd. De omvang van de algemene uitkering van het gemeentefonds neemt hierdoor toe van € 800 mln. tot € 1,2 miljard. Deze inpassing leidt ertoe dat de gemeenten vanaf 2019 niet meer jaarlijks loon-, prijs- en volumecompensatie voor het sociaal domein krijgen, maar accres. Dit deel van het accres is nog niet geraamd. De grondslagverbreding door de inpassing van WMO en Jeugdhulp leidt tot een positieve bijstelling van het accres van € 4,0 mln. Daar staan wel extra lasten op programma 8 voor loon-, prijs- en areaalcompensatie tegenover. Dit houdt verband met de stijging van de reservering loon- en prijscompensatie.
Algemene reserves € 4,6 mln. V
Op basis van de huidige inzichten bedraagt de algemene reserve na de Programmarekening 2018 na resultaatbestemming € 71,4 mln. Naast de algemene reserve heeft de gemeente Den Haag een begrotingspost onvoorzien. De post onvoorzien moet een soepele uitvoering van de begroting vergemakkelijken. Het zorgt zodoende voor een stukje flexibiliteit. De post onvoorzien bedraagt € 0,8 mln.
Uit het simulatiemodel volgt een benodigd weerstandsvermogen van € 67,6 mln. Rekening houdend met de post onvoorzien kan € 4,6 mln. hiermee vrijvallen uit de algemene reserve.
Treasury € 6,7 mln. V
a. Dividend verbonden partijen € 5,3 mln.
In de begroting houden we rekening met een dividendopbrengst uit de kapitaalstorting aan deelnemingen. Eneco en de BNG hebben aangekondigd dat Den Haag kan rekenen op een hogere dividenduitkering in 2019 van € 4,8 mln. Op basis van de verwachte resultaten over 2018 van de HTM verwacht de gemeente Den Haag een hogere dividendopbrengst van € 0,5 mln..
b. Rentevoordeel € 1,4 mln.
In de begroting is rekening gehouden dat de korte rente medio 2019 zou gaan stijgen. De financiële markten verwachten nu pas in december 2020 een rentestijging. Voor de korte financiering levert dit een incidenteel voordeel op van € 0,7 mln. Op de verstrekte personeelshypotheekportefeuille wordt door minder renteherzieningen en vervroegde aflossingen in 2019 een incidenteel voordeel verwacht van € 0,7 mln.
Risico
Onroerende zaakbelasting
Op de onroerendezaakbelasting signaleren we een risico op een iets lagere realisatie van het accres (groei van de stad), met name bij niet-woningen. De effecten van dit risico worden nu gemonitord, en bij de 8-maandsrapportage, indien van toepassing, in de herijkte prognose meegenomen.