Hierbij treft u de eerste 4-maandsrapportage over de uitvoering van de programmabegroting 2019. Deze rapportage is opgesteld, omdat dit college de informatievoorziening aan de raad grondig heeft herzien conform de afspraken, die hierover met de Rekeningencommissie zijn gemaakt. Op deze wijze krijgt de Raad meer tussentijdse informatie om zo nodig bij te sturen.
Samen met de 8-maandsrapportage (die u in september ontvangt) is dit een nieuw P&C-product. Beide rapportages vervangen het Halfjaarbericht.
Met de 4-maandsrapportage zet het college een stap ter verbetering van de financiële tussentijdse informatievoorziening. Voorheen werd de Haagse gemeenteraad één keer per jaar – in november - over de begrotingsuitputting geïnformeerd. Met deze 4-maandsrapportage krijgt de Haagse gemeenteraad al in mei een actueel totaaloverzicht van de realisatie van de begroting tot en met april én een verwachte prognose van het resultaat. Dit verhoogt de bijsturingsmogelijkheden, het inzicht en de transparantie van de financiële cyclus. Hiermee geeft het college uitvoering aan de nadrukkelijke wens van uw rekeningcommissie (RIS301434).Binnen de financiële cyclus worden diverse producten gemaakt: de programmarekening ten behoeve van de verantwoording van de begroting, de voorjaarsnota ten behoeve van de voorbereiding op de programmabegroting, en de programmabegroting zelf. Daar komen nu de nieuwe 4- en 8-maandsrapportages bij, waarmee tussentijds wordt gerapporteerd over de uitvoering van de begroting.
De 4-maandsrapportage is daarom een compacte financiële afwijkingenrapportage, op basis van actuele inzichten. De rapportage geeft in een vroeg stadium inzicht, en daarmee de mogelijkheid om via programmasturing maatregelen te nemen om binnen de begroting te blijven. Daarnaast heeft de rapportage ook een signalerende functie, omdat ook inzichtelijk wordt gemaakt waar bijsturing binnen een programma niet afdoende is om binnen de begroting te blijven. Deze bijsturing, via te nemen maatregelen en keuzes, is onderdeel van de komende begrotingsvoorbereiding. Na bijsturing zullen de prognoses dan ook wijzigen.
In deze rapportage volgt per beleidsprogramma en per activiteit de realisatie tot en met april, en de prognose voor de uitkomst van het einde van het jaar. Hierdoor krijgt u op activiteitsniveau inzicht in de begrotingsuitvoering. Daarnaast worden op programma en/of activiteitsniveau de (geprognosticeerde) afwijkingen ten opzichte van de begroting groter dan € 2,5 mln. toegelicht. Zo krijgt u zicht op alle relevante afwijkingen.
De 4-maandsrapportage is parallel tot stand gekomen aan de gemeentelijke voorjaarsnota (RIS302463). Het budgettaire beeld voor het jaar 2019, zoals opgenomen in de voorjaarsnota, is daarmee ook als prognose verwerkt in de 4-maandsrapportage.
Deze rapportage heeft betrekking op de eerste vier maanden van het jaar, er zijn nog acht maanden te gaan. Via programmasturing is er beleidsmatig nog voldoende bijsturing mogelijk is. Daarom is de prognose voor veel programma's nog nagenoeg conform begroting. Voor programma 8 Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid en programma 15 Financiën wordt echter al gemeld dat bij ongewijzigd beleid, en in lijn met de uitkomst jaarrekening en de voorjaarsnota, de prognose dusdanig afwijkt van de begroting, dat bijsturing zonder extra maatregelen niet mogelijk is.
Dit betekent dat er maatregelen worden getroffen en keuzes worden gemaakt om te anticiperen op de huidige prognose 2019. Deze keuzes en maatregelen zijn onderdeel van de komende begrotingsvoorbereiding. In het verdere traject van de begrotingsvoorbereiding zal de financiële opgave en mogelijke oplossingen tegen elkaar worden afgewogen. De uitkomst van de hierbij gemaakte keuzes zal landen in een sluitende ontwerpbegroting 2020-2023.
De effectuering van de maatregelen zal leiden tot een bijgestelde begroting 2019 en daarmee ook tot een bijgestelde prognose 2019. In de 8-maandsrapportage zal hierover worden gerapporteerd.
Groeipad bestuurlijke informatievoorziening
Per brief aan de rekeningencommissie van 18 december 2018 (RIS301434) over de bestuurlijke informatievoorziening is de opzet van de 4- en 8-maandsrapportage rapportages gepresenteerd. Daarbij is aangegeven dat deze rapportage een groeimodel is. In vervolg daarop is de rekeningcommissie op 13 februari 2019 in een ambtelijke werkbespreking bijgepraat met betrekking tot de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering van de P&C-producten. In de komende jaren worden stapsgewijs de rapportage-elementen uitgebreid, daarbij gaat het om de reikwijdte (exploitatie, balans, begroting, baten/lasten etc.), diepgang (o.a. taakvelden, activiteiten) en historisch perspectief. Op termijn is het de ambitie om de allocatie van middelen in de begroting en de verantwoording over de realisatie in de jaarrekening op programmaniveau door de jaren heen vergelijkbaar te krijgen.